In de media
Terug

Beatles Museum Alkmaar / Azing Moltmaker

Beatles Museum Alkmaar / Azing Moltmaker


 

Als tienerjongen biedt Azing Moltmaker zijn hulp aan een Nederlandse Beatlesfanclub aan. Hij is gek van de Britse band, weet er veel van en schrijft er graag artikelen over. Zonder ook maar een van zijn artikelen gelezen te hebben, wijst de club hem af. Het was een studentengroep, en student, dat was Moltmaker niet. Iemand met zijn achtergrond zou vast geen verstand hebben van The Beatles. 'Die arrogantie maakte mij zo kwaad, dat ik heb gezegd: "Ik ga iets neerzetten, wat nog nooit en te nimmer is neergezet! "'

Kun je van fandom je beroep maken? Je brood verdienen door jezelf in dienst te stellen van die ene pop- of rockgroep waarvan je al jaren helemaal gek bent? Als de vraag aan Moltmaker gesteld werd, zou het antwoord waarschijnlijk volmondig 'ja' luiden. Hij startte zijn eigen fanclub inclusief clubblad, richtte het eerste Nederlandse Beatlesmuseum op en in de zomer van dit jaar komt zijn veertigste (!) boek uit over de alom geroemde Britse popgroep.

Toch, ook voor Moltmaker is het ergens allemaal begonnen. Zittend aan een koffietafel midden in zijn eigen Beatlesmuseum doet hij de historie over zijn fan-zijn uit de doeken. 'Net als iedere andere Beatlesfan ben ik ooit begonnen met sparen. Ik kreeg in mijn tienerjaren voor mijn verjaardag singletjes. Daar zat een keer het singletje 'Michelle' bij. Eigenlijk was dat een verschrikkelijk waardeloos nummer. Bij een schoolvriendje hoorde ik uiteindelijk 'Let It Be'. En dat nummer heeft mij fan gemaakt.'

Bootlegs

Moltmaker koopt in de periode daarna steeds vaker lp's en komt erachter dat er in andere landen andere platenhoezen zijn voor bijvoorbeeld Sgt. Peppers Lonely Heart Club Band, en dat er ook andere b-kanten bestaan. 'Ik vond dat een grappig iets en ging me toeleggen op het verzamelen van die verschillende uitgaven.' Gaandeweg komt hij in aanraking met illegale uitgaven, de bootlegs. Moltmaker, met een lach om zijn mond: 'Dat was natuurlijk veel interessanter. Dan ga je op een gegeven moment dingen horen die je officieel helemaal niet mag horen. En alles wat niet mag is natuurlijk tien keer zo leuk!'

Moltmaker leert gaandeweg steeds meer over The Beatles en brengt dat middels artikelen ook over aan anderen. Dat doet hij bijvoorbeeld door specials te schrijven over een bepaald album als Abbey Road. De specials slaan aan bij het publiek en er wordt hem gevraagd ook over andere Beatlesplaten artikelen te schrijven. Het kost hem echter te veel ruimte om dat via een tijdschrift te doen. Bovendien zorgt het ervoor dat er gedurende een langere periode helemaal geen Beatlesnieuws in het blad kan.

Trilogie

'Toen dacht ik: Weet je wat, ik ga een boek maken dat begint bij Sgt. Pepper en eindigt bij Abbey Road, de laatste lp die is opgenomen. Niet uitgebracht, maar opgenomen. Dat boek heet dan 'Meesterwerken', want die platen zijn de meesterwerken van The Beatles. Toen 'Meesterwerken' af was kwamen er echter mensen die zeiden: "Maar de eerste periode dan? En de tweede periode?" Op dat moment besloot ik een trilogie te maken.'

Het schrijven valt Moltmaker alles mee. 'Het ging me zo makkelijk af, en het gaat me nog steeds gemakkelijk af. Inspiratie genoeg. Maar het gemak, het gemak waarmee ik een boek schrijf. Je ziet wel eens op televisie iemand die een boek schrijft, een hele pagina weggooit en opnieuw begint. Dat doe ik helemaal niet. Ik zet het in een keer neer, al in de lay-out ook. Er moeten nog wel correcties overheen, want ja, ik schrijf vanuit mijn hoofd. Ik schrijf een boek op volgorde. En dan kan je snel werken.'

Originele platencontract

Uiteindelijk schrijft hij 39 boeken over The Beatles en hij is voorlopig nog niet klaar. Maar naast schrijven verzamelt hij ook nog altijd. In het Nederlandse Beatlesmuseum, dat inmiddels zelfs een extra verdieping gekregen heeft, loop je door een groot deel van zijn collectie heen. Moltmaker licht enkele bijzondere objecten uit: 'Ik heb de jas die Ringo Starr heeft gedragen op de Abbey Road-hoes. Ik heb de jas die Paul heeft gedragen in het Shea Stadium. De eerste gitaar van George Harrison. Schoenen van John Lennon. Het originele platencontract met alle handtekeningen. Ieder is uniek in zijn soort.'

'Mijn dochter zegt wel eens: "Mijn vader is miljonair, maar hij heeft geen geld". Er worden hier gigantische prijzen geboden voor mijn spullen. Dan denk ik, nou, ik hoef de loterij niet te winnen. Ik verkoop het toch niet, het is niet eens bespreekbaar. Het genot, het hier rondlopen, het mensen rondleiden en laten genieten van mijn collectie. Dat is meer waard dan de som van het materiaal. Wat is geld? Geld is een dood ding. En wat zou ik ermee doen? Weer andere spullen gaan kopen. Dat is me allemaal veel te omslachtig. Ik heb het toch al?'

Het lijkt alsof er niet veel te dromen overblijft voor zo'n tevreden mens. Toch, ook Azing Moltmaker heeft nog wel jongensdromen. Buiten dat een collectie in principe nooit compleet is en dat hij de wereld wil laten zien dat er over iedere lp van The Beatles een boek te schrijven valt. Nee, de grote wens van de schrijver annex verzamelaar is van heel andere aard. 'De ultieme droomwens is dat Sir Paul McCartney ooit binnen komt wandelen in het museum,' vertelt Moltmaker op serieuze toon. Om vervolgens lachend toe te voegen: 'En dan komt ie er ook niet meer uit, hahahaha.'

Laat een reactie achter