Alkmaar 14 november 2007
Koppop's Peter Smit in gesprek met Han Wellerdieck
Geen foto of voorwerp in de woonkamer verwijst naar een veertigjarige carrière in de muziek. In zijn huis aan de Lombardijeweg in Alkmaar omringt Han Wellerdieck (1945) zich niet met tastbare herinneringen aan die lange periode. ,,Ik ben wel dankbaar en trots op wat ik heb bereikt’’, zegt de zanger, ,,maar mijn plakboeken zitten in dozen op zolder en de rest heb ik elders ondergebracht.’’
Aan de loopbaan van Han Wellerdieck, drukbezet vertolker van het Nederlandstalige lied, kwam in het jaar 2000 abrupt een einde. Na een optreden in Amsterdam zou hij gezellig een hapje gaan eten met zijn echtgenote Greet. Han gedroeg zich vreemd, Greet dacht even dat hij teveel had gedronken. Maar niets van dat, een paar uur later lag hij in het ziekenhuis: een herseninfarct had toegeslagen.
,,En dat was het dan’’, zegt Han nu in alle kalmte. ,,Ik had geen keus meer en zette de knop definitief om. Achteraf kan ik er positief op terug kijken, want die beroerte heeft voorkomen dat ik zou eindigen als een zielig oud mannetje dat nog steeds zijn kunstjes vertoont op het podium…’’
Het begin
Eigenlijk heeft Han Wellerdieck zijn hele leven in de muziek gezeten, want als klein Amsterdams jochie, wilde hij al artiest worden. Eerst was het cabaret – zijn vader speelde in een cabaretgroep – daarna werd het kunstfluiten. Het gezin verhuisde naar Bergen toen Han twaalf jaar was. Daar speelde hij de rol van juffrouw Snip op zijn afscheid van de lagere school en stortte zich twee jaar lang op kunstfluiten. Tot Elvis in zijn leven kwam.
,,Ik was veertien jaar en wist meteen: dat wil ik ook’’, herinnert Han zich. Hij werd op zijn wenken bediend. Het Bergense bandje The Electrics had een drummer nodig en ze zagen wel wat in hem, tenslotte was hij tamboer bij de plaatselijke harmonie. Het was een misrekening. Han kreeg ruzie, vertrok, kocht voor vijftien gulden een tweedehands gitaar en begon een eigen bandje: The Watchers. Ze speelden rock ’n rollsongs en eigen liedjes.
,,We noemden ons een gitaarcombo, geen beatgroep, want dat vond mijn vader, die tevens onze manager was, te ruig.’’ The Watchers speelden zo’n twee tot vier keer per maand in Bergen of omgeving. Vaak was dat in het buurthuis T&O aan de Koogerdijk.
Zeven jaar (1960-1967) hielden The Watchers het vol. Toen het steeds moelijker werd persoonlijke omstandigheden met de muziek te combineren, viel de groep uit elkaar. Maar Han Wellerdieck wilde uiteraard door in het vak en dus kwam het mooi uit dat sologitarist Cees Groen hem vroeg zanger/gitarist te worden bij The Lights uit Sint Pancras. Het vijftal bestond in 1968 verder uit drummer Coos Ursem (ook ex-Watchers), toetsenman Ad Wagenmaker en basgitarist Claus Komen. Tegenwoordig spelen Cees Groen en Claus Komen in de legendarische reünieband Black Devils.
Ben Essing
Onder de hoede van organisatiebureau Ben Essing ging het prima met The Lights. Iep van Bruggen, werkzaam voor Essing, zocht namelijk op een gegeven moment een orkest om in te vallen voor een andere groep in de Canadaclub in Alkmaar (ook al zo’n legendarisch poppodium). The Lights wilden wel en gingen nooit meer weg bij Essing. Ze deelden mee in het succes van het Alkmaarse organisatiebureau dat in die jaren z’n Noordhollandse bandjes overal kwijt kon in de danszalen, eerst in eigen provincie, later in het hele land.
Het was de glorietijd van de dancings, iedere kroeg met een zaaltje huurde een bandje in het weekend en had dan gegarandeerd een volle bak. In de kranten adverteerden de zaaleigenaren elke week pagina’s vol met de namen van de groepen die bij hen kwamen optreden. Ook The Lights reisden van dancing naar dancing door het hele land.
Het Noordhollands dagblad ging een weekend mee met de vijf muzikale vrienden naar de Gouden Leeuw in Zuidlaren, een in die tijd beroemd zalencomplex waar diverse orkesten tegelijk konden spelen en waar je in verschillende bars, met elk een ander thema, een biertje kon drinken. Op 1 augustus 1968 deed de krant paginagroot verslag van die expeditie van The Lights naar het verre Drenthe.
,,Ben Essing heeft veel voor de Noordhollands popmuziek gedaan’’, stelt Han Wellerdieck, ,,dat mag best eens gezegd worden.’’ En hij kan het weten, want Han werkte zelf ook geruime tijd bij Essing. Als assistent-productieleider van de Gert en Hermienshow reisde hij daarmee het hele land door. Zijn vrouw was er toen ook al bij. ,,Greet showde bruidskleding in de Gert en Hermienshow.’’
Single
In 1969 mochten The Lights bij platenmaatschappij CNR een single maken. Het plaatje met de nummers ‘Here I’m sitting by candlelight’ en ‘Stupid boy’ flopte. ,,En toen raakten we de weg kwijt’’, kijkt Han terug. ,,Iedereen wilde z’n eigen muziek en ik wilde solo. Maar dat mislukte. Ik verkocht mijn geluidsinstallatie en deed anderhalf jaar helemaal niets. Tot in 1970 Cees Groen bij me kwam om The Lights weer tot leven te roepen.’’
,,Maar we kregen niet meer het succes van voorheen en met twee andere jongens erbij waren we toch The Lights niet meer. In 1972 had ik het wel gezien, bovendien was ik ondertussen weer met een solocarrière bezig. Ik had voor Nederlandstalig gekozen, want ik wilde graag een elpee maken met eigen liedjes.’’
Het was geen slechte keus. Met zijn zelfgeschreven nummer ‘Suzan’ won hij een talentenjacht van de KRO. Dat liedje belandde op een elpee van de Haarlemse zanger Paul Marselje en daardoor kwam Han in een groep artiesten terecht, die optraden voor bejaarden, in ziekenhuizen en in gevangenissen. ,,Het was een tijd van veel rijden, veel optreden en weinig verdienen. Maar wel een goede leerschool.’’ In 1972 begon hij met Jaap Jaspers ‘Amusementscocktail’, een eigen programma voor bejaarden en zieken.
,,Dat hebben we 28 jaar volgehouden, ook toen ik in de hitparades stond met mijn liedjes. Jaap Jaspers’ overlijden in augustus 2000 maakte er een einde aan. Een maand later kreeg ik mijn eerste herseninfarct.’’
Vervolgens duiken in Hans verhaal allerlei namen op van andere mensen, die een belangrijke rol in zijn carrière hebben gespeeld. Zoals oud-journalist Maarten Leegwater uit Schagen, die de producer was van de tour de chant ‘Tweepersoons’, waarin Han aan zangeres Stijnie van de Eng werd gekoppeld. Ook de naam van Iep van Bruggen valt weer, nu als pianist in ‘Prisma’, nog een tour de chant van Maarten Leegwater, met Han Wellerdieck en zangeres Ineke Groot uit Schagen.
En natuurlijk de revue van Henk Out uit Beverwijk: ,,Daar bleef ik in hangen. Hij werd ook mijn eerste manager en zo rolde ik verder het circuit in.’’
Het is inmiddels 1980 en de 35-jarige zanger wil nog steeds heel graag eindelijk die langspeelplaat met eigen liedjes maken. Bij studio Cees de Wit in Weert moesten promotiebanden voor de revue worden gemaakt. Daar kreeg Han een producerscontract aangeboden én de kans een paar eigen nummers op te nemen.
Johnny Hoes
,,Die opnamen leverden me meteen een contract op voor een elpee bij Telstar, de platenmaatschappij van Johnny Hoes. Mijn droom ging op dat moment in vervulling. Vijf jaar ben ik daar gebleven, drie elpee’s gemaakt, ook een aantal singles en veel radio en tv gedaan. In 1985 ging de aandacht bij Telstar meer uit naar groepen als Doe Maar en Toontje Lager. In goed overleg ben ik toen overgestapt naar Ivory Tower in Bornerbroek, de maatschappij van producer Fred Roodveld, die ook toen al ‘West-Friesland Plat’ onder zijn hoede had.’’
,,Vanaf dat jaar – tot 1999 - was Ben Sierhuis mijn manager. Hij was niet alleen zakelijk leider, maar ook mijn vriend. Van hem heb ik veel geleerd, vooral wat loyaliteit inhoudt.’’j
Han deed veel met ‘West-Friesland Plat’. Nam de single ‘Tussen zon en regen’ op met Piet en Riet Kraakman uit Opmeer en een gelijknamige elpee. Ook zijn eigen productie kwam op gang. Soms twee elpee’s, later cd’s, per jaar en natuurlijk tientallen singles. Zijn grootste hitsucces, het nummer ‘Ouwe gabber’, diende zich aan in 1988.
,,De jaren daarna bleven er zoveel singles van mij in de tipparade hangen, dat ik van de Stichting Top 40 in 1994 – of was het ’96? – een oorkonde kreeg. Ik was de artiest die het meest in de tipparade had bestaan, zonder dat er een hitnotering op volgde!
Prompt ging dat record aan flarden toen mijn volgende single ‘Bandolero’ wél de Top 40 haalde.’’
,,Daarna was de rek bij Ivory Tower er uit en werd ik bij de vuilnisbak gezet. Maar toch kreeg ik nog weer een platencontract. In 1997 kwam ik terug bij Telstar, nu onder leiding van Jacky Hoes, de dochter van Johnny. Daar maakte ik nog de cd ‘Een nieuw begin’, maar twee jaar later kreeg ik een brief dat mijn contract niet werd verlengd.’’
Han had in die tijd nog steeds zo’n 200 tot 300 optredens per jaar en draaide dus prima… tot het fatale moment in het jaar 2000 toen een herseninfarct in een klap zijn loopbaan beëindigde. ,,De knop ging om – dat was het dan. Ik heb ondertussen al drie keer een beroerte gehad, ik heb net nog zeven maanden gerevalideerd. Je raakt toch kracht en vitaliteit kwijt, die je weer moet opbouwen. Maar het is goed zo. Ik heb hier een warm nest, samen met mijn Greet.’’
,,We kijken alweer uit naar onze volgende reis naar Australië. Sinds 1988 zijn we gek op dat land. Australië bestond 200 jaar en ik werd uitgenodigd om op te treden voor de Nederlandse kolonie in Sydney. Daarna gingen we nog vaak terug, we hebben daar inmiddels een hele vriendenploeg. Ook toen ik niet meer kon optreden, bleven we erheen gaan. Straks in januari is het de dertiende keer.’’
PETER SMIT
Een van de eerste publiciteitsfoto's begin jaren zeventig. Han afficheert zich als Troubadour/Entertainer
Han, midden in zijn succesperiode